Als er iets wordt meegemaakt (concrete ervaring), wordt dit
vervolgens opgevolgd door hierover na te denken (reflectie observeren) en wordt
hier betekenis aangegeven (begripsvorming/abstract conceptualiseren).Daarna kan
er na worden gedacht over hoe dit in de toekomst kan worden verbeterd en kan
worden veranderd (actief experimenteren). Vanaf dat punt begint de hele cyclus
opnieuw. Het is dan ook belangrijk om te zeggen dat niet iedereen bij de eerste
fases - concrete ervaring bezit, het ligt aan de manier van leren. Bij elke
fases van de cyclus, zijn er dan ook andere vaardigheden nodig om het te kunnen
uitvoeren. (Heide, van der & Bijker, van der, 2006)
Figuur 1: Model van
Kolb.
Gepubliceerd op 11 mei 2008. Geraadpleegd op 5 juni 2013,
van http://www.persoonlijke-leerstijl.com/leerstijlen-van-kolb.html
Het Kolb model bestaat uit twee assen, die gezamenlijk vier
kwadraten vormen. De ene as vormt het leren vanuit de theorie en het leren vanuit
de praktijk. Daarnaast staat de andere as voor het actief leren, met daar
tegenover het reflecteren leren.
Tussen de assen ontstaan vervolgens vier verschillende leerstijlen:
- De doener;
- De dromer;
- De denker;
- De beslisser.
De doener is een combinatie van het actief experimenteren en het concreet ervaren. De doener leert het door iets te doen, en niet door al de theorie door te nemen.
De dromer: is de combinatie van het concreet ervaren en het
reflectief observeren. Een dromer kan goed een situatie bekijken van
verschillende invalshoeken, en is daarmee in staat om voor een probleem
oplossingen te bedenken, en kijkt daarbij ook goed naar de verschillende
verbanden, die er zijn.
De denker: combinatie van het reflectief observeren en het
abstract conceptualiseren. De denker vergelijkt de verschillende soorten
informatie en vertaald dit vervolgens in een samenvattende theorie of model.
De beslisser is de combinatie van abstract conceptualiseren
en het actief experimenten. De beslisser bedenkt liever geen eigen nieuwe
oplossing voor een probleem en gebruikt dan liever eerst de bestaande
oplossingen om een probleem op te lossen. (Heide, van der & Bijker, van
der, 2006)
Koppeling tussen Kolb model en de kennisdelingstools
In de vier kennisdelingstools: SharePoint, kennismarkt, kennissteward
en Skype, die ik beschreven heb, is het model van Kolb te herkennen. Al deze
tools beginnen met het concreet ervaren, het zelf ondervinden van de tool. Het
is dan ook van belang dat een medewerker in een organisatie dit ook zelf aan de
lijve ondervindt hoe dit werkt. Om dit vervolgens zo efficiënt mogelijk te
kunnen gebruiken.
Daarna vindt de reflectie plaatst, in het geval van Skype en
SharePoint worden de programma’s getest en wordt er gekeken wat de
verbeterpunten zijn voor de programma’s in de organisatie, maar ook of de
mogelijkheid aan functionaliteit juist begrepen worden. Bij de kennismarkt
vindt dit plaats door te kijken hoe de kennismarkt is verlopen en hoe dit
verbeterd kan worden in de toekomst. Hetzelfde geldt voor de kennissteward,
hierbij vindt dit dan ook plaats in vorm van het reflecteren van het concept
kennissteward in de organisatie.
Vervolgens vind bij alle al deze kennisdelingstools een
abstract conceptualisering plaatst. Een gebruiker/medewerker van de tool, zet zijn
gevonden nieuwe ervaringen en kennis om in het begrijpen ervan. Er vind dan een
proces plaats waarbij de gevonden nieuwe kennis wordt vertaald, in eigen kennis
met een eigen betekenis. Door als gebruiker er veel gebruik van te maken wordt
de expliciete kennis op den duur omgezet in persoonsgebonden kennis. Dit houdt
in dat door veel te oefenen en het dus door het te doen wordt de kennis
persoonsgebonden..
Door het te blijven gebruiken en opnieuw in te zetten in de
organisatie, wordt hiermee dus actief geëxperimenteerd. Hierdoor krijgt de medewerkers
en de organisatie goed inzicht in de functionaliteit van de tools en de
bruikbaarheid voor de eigen organisatie.
Dus ook bij het inzetten van kennisdelingstool in
organisatie, wordt er de leercyclus van Kolb doorlopen.
Jessica Koerts